How to play
Pentatonisch mineur modus 1 en 4
De Native fluit bestaat in vele verschillende stemmingen waarvan de meest gebruikte de pentatonische mineur is. Een pentatonische toonladder bestaat uit vijf tonen en heeft als eigenschap dat alle vijf de tonen perfect bij elkaar passen. Dit maakt de toonladder heel intuïtief en makkelijk bespeelbaar.
Hoe zit dat nu op een fluit? Want die heeft zes gaten en dus zeven tonen? Wel, in principe kan je zelfs nog veel meer tonen op een fluit spelen maar dat laten we nu even voor wat het is.
Ik hou de uitleg die ik geef opzettelijk zoveel mogelijk op het bespelen van de fluit gericht en niet op de muziektheorie want in mijn ervaring komt die theorie achteraf vanzelf wel, eigenlijk het omgekeerde van wat men in de muziekschool doet, eerst een hoop theorie en dan pas het instrument met als gevolg dat velen afhaken omdat de theorie behoorlijk ingewikkeld kan zijn en saai, vooral als je geen instrument hebt om het op toe te passen...
Om te beginnen bij het begin bekijken we even een pentatonische toonladder en de vingerzetting op de fluit.
Hoe zit dat nu op een fluit? Want die heeft zes gaten en dus zeven tonen? Wel, in principe kan je zelfs nog veel meer tonen op een fluit spelen maar dat laten we nu even voor wat het is.
Ik hou de uitleg die ik geef opzettelijk zoveel mogelijk op het bespelen van de fluit gericht en niet op de muziektheorie want in mijn ervaring komt die theorie achteraf vanzelf wel, eigenlijk het omgekeerde van wat men in de muziekschool doet, eerst een hoop theorie en dan pas het instrument met als gevolg dat velen afhaken omdat de theorie behoorlijk ingewikkeld kan zijn en saai, vooral als je geen instrument hebt om het op toe te passen...
Om te beginnen bij het begin bekijken we even een pentatonische toonladder en de vingerzetting op de fluit.
Pentatonisch mineur modus 1

Eerst en vooral de grondtoon, de grondtoon van een fluit is de toon die je speelt met alle vingergaten gesloten, ik heb hem hiernaast in het groen gekleurd. Als we een fluit met grondtoon A (la) hebben zullen we voor nevenstaande afbeelding volgende tonen horen van links naar rechts; A (la), C (do), D (re), E (mi), G (sol) en opnieuw A (la)
Heb je een fluit met een andere grondtoon dan zul je natuurlijk ook andere tonen spelen. (Als je het voor een bepaalde toon wilt weten stuur me gerust een berichtje via de contact pagina, ik maak later nog een transponatie lijst.)
Hier zie je dat je inderdaad vijf (penta) verschillende tonen speelt, tweemaal de A waarvan de laatste één octaaf hoger en vier andere (C,D,E en G).
Je zal ook merken dat bij het spelen van deze toonladder je steeds het derde gat van bovenaf dichthoud. Als je dit moeilijk vind en toch steeds de reflex hebt om de ringvinger ook te gebruiken kunt je altijd een lapje leer rond het gat binden of het gat met een kleefbandje bedekken, ik persoonlijk vind dat echter niet zo'n goed idee want zonder het leertje spelen heeft het voor mij makkelijker gemaakt om later ook de andere toonladders die mogelijk zijn op de fluit te spelen.
Als je beginner bent speel en ontdek dan wat je allemaal kan doen met deze vijf tonen , ga de toonladder op en neer, sla eens een gaatje over en open er meteen twee of drie, experimenteer en je zal merken dat met deze toonladder alle tonen perfect bij elkaar passen, wat je ook speelt het klinkt meteen goed.
Heb je een fluit met een andere grondtoon dan zul je natuurlijk ook andere tonen spelen. (Als je het voor een bepaalde toon wilt weten stuur me gerust een berichtje via de contact pagina, ik maak later nog een transponatie lijst.)
Hier zie je dat je inderdaad vijf (penta) verschillende tonen speelt, tweemaal de A waarvan de laatste één octaaf hoger en vier andere (C,D,E en G).
Je zal ook merken dat bij het spelen van deze toonladder je steeds het derde gat van bovenaf dichthoud. Als je dit moeilijk vind en toch steeds de reflex hebt om de ringvinger ook te gebruiken kunt je altijd een lapje leer rond het gat binden of het gat met een kleefbandje bedekken, ik persoonlijk vind dat echter niet zo'n goed idee want zonder het leertje spelen heeft het voor mij makkelijker gemaakt om later ook de andere toonladders die mogelijk zijn op de fluit te spelen.
Als je beginner bent speel en ontdek dan wat je allemaal kan doen met deze vijf tonen , ga de toonladder op en neer, sla eens een gaatje over en open er meteen twee of drie, experimenteer en je zal merken dat met deze toonladder alle tonen perfect bij elkaar passen, wat je ook speelt het klinkt meteen goed.
Pentatonisch Mineur modus 4

Er is nog een tweede mineur toonladder te ontdekken op de Native fluit. Die is iets moeilijker uit te leggen of te begrijpen maar als je hem speelt hoor je meteen hoe het werkt.
De tweede is te vinden als we van diezelfde fluit de zo gezegde grondtoon verleggen. Ik bedoel hiermee dat we er bij deze toonladder niet vanuit gaan dat de grondtoon de noot is die we spelen met alle gaten gesloten maar dat we als grondtoon even de derde noot nemen. In het geval van de toonladder hierboven nemen we dus niet de A als grondtoon maar de D op diezelfde fluit (D spelen we met de twee onderste gaten open).
Wanneer we nu de drie eerste noten hoger spelen spelen we exact dezelfde toonafstanden die we terug horen als we vanaf de "echte" grondtoon zouden beginnen. Waarmee ik bedoel dat de toonafstanden tussen A,C,D en E gelijk zijn aan de toonafstanden tussen D,F,G en A. Anders gezegd, Tussen A en C ligt anderhalve toon, tussen C en D één toon en tussen D en E ook één toon, net zoals tussen D en F anderhalve toon ligt, tussen F en G één toon en tussen G en A ook één toon.
Dit heeft nu als gevolg dat we eigenlijk maar de eerste vier noten van een pentatonische mineur spelen. Maar waar is de rest van de toonladder gebleven? Wel de overige noot (C) bevind zich niet in hetzelfde octaaf maar in het octaaf onder de D net zoals de tweede A, deze staan in de afbeelding in het grijze kader.
Het zal je nu opvallen dat we ook niet meer het derde gat van bovenaf gesloten houden maar het vierde.
Wat je ook zal opvallen is dat mineur toonladders er bijna om vragen om van grondtoon naar grondtoon gespeeld te worden, als je begint te spelen bij de grondtoon dan eindigt je melodie of zin die je speelt met diezelfde toon doe je dat niet dan heb je het idee dat wat je speelt niet af is, er hoort precies nog iets te komen... Dit is bij deze mineur ook heel zeker het geval, experimenteer maar...
Mocht je niet meteen je weg vinden in bovenstaande uitleg raad ik je echt aan om gewoon de toonladder te gaan spelen je zal daarna meteen snappen wat er staat.
Mocht je willen weten waarom dit 'modus 1'en 'modus 4' heet stuur me gerust een berichtje. Kort uitgelegd, een modus van een toonladder is een toonladder die dezelfde noten gebruikt als een andere onderliggende toonladder, maar die op een andere plaats begint. Maar er is een verschil in het gebruik van de term modus in algemene muziektheorie en modus voor de Native Flute...
De tweede is te vinden als we van diezelfde fluit de zo gezegde grondtoon verleggen. Ik bedoel hiermee dat we er bij deze toonladder niet vanuit gaan dat de grondtoon de noot is die we spelen met alle gaten gesloten maar dat we als grondtoon even de derde noot nemen. In het geval van de toonladder hierboven nemen we dus niet de A als grondtoon maar de D op diezelfde fluit (D spelen we met de twee onderste gaten open).
Wanneer we nu de drie eerste noten hoger spelen spelen we exact dezelfde toonafstanden die we terug horen als we vanaf de "echte" grondtoon zouden beginnen. Waarmee ik bedoel dat de toonafstanden tussen A,C,D en E gelijk zijn aan de toonafstanden tussen D,F,G en A. Anders gezegd, Tussen A en C ligt anderhalve toon, tussen C en D één toon en tussen D en E ook één toon, net zoals tussen D en F anderhalve toon ligt, tussen F en G één toon en tussen G en A ook één toon.
Dit heeft nu als gevolg dat we eigenlijk maar de eerste vier noten van een pentatonische mineur spelen. Maar waar is de rest van de toonladder gebleven? Wel de overige noot (C) bevind zich niet in hetzelfde octaaf maar in het octaaf onder de D net zoals de tweede A, deze staan in de afbeelding in het grijze kader.
Het zal je nu opvallen dat we ook niet meer het derde gat van bovenaf gesloten houden maar het vierde.
Wat je ook zal opvallen is dat mineur toonladders er bijna om vragen om van grondtoon naar grondtoon gespeeld te worden, als je begint te spelen bij de grondtoon dan eindigt je melodie of zin die je speelt met diezelfde toon doe je dat niet dan heb je het idee dat wat je speelt niet af is, er hoort precies nog iets te komen... Dit is bij deze mineur ook heel zeker het geval, experimenteer maar...
Mocht je niet meteen je weg vinden in bovenstaande uitleg raad ik je echt aan om gewoon de toonladder te gaan spelen je zal daarna meteen snappen wat er staat.
Mocht je willen weten waarom dit 'modus 1'en 'modus 4' heet stuur me gerust een berichtje. Kort uitgelegd, een modus van een toonladder is een toonladder die dezelfde noten gebruikt als een andere onderliggende toonladder, maar die op een andere plaats begint. Maar er is een verschil in het gebruik van de term modus in algemene muziektheorie en modus voor de Native Flute...
Wat hierboven beschreven staat is pas een klein deeltje van de basis over hoe je een Native fluit kan bespelen. Met de tijd zal ik deze pagina verder uitbreiden met 'tips en trics' zoals dat heet.